Professionals in internetmarketing

Privacy-schending door de big-tech.

Een parabel over onze privacy-schending door de big-tech.

In een vruchtbaar dal lagen drie schitterende tuinen: de tuin van Meta, de tuin van Google en de tuin van TikTok. Elke week hingen de bomen er vol met sappige sinaasappels, zoete bananen en glanzende aardbeien. De poorten stonden altijd open, en boven de ingang stond in sierlijke letters:

“Pluk. Deel. Geniet. Gratis.”

De mensen kwamen in drommen. Ze vulden hun manden, lachten, aten en deelden alles met hun buren, hun familie, hun vrienden. “Wat een geluk,” zeiden ze. “Zo veel en zo lekker, en het kost ons niets!”

En de beheerders van de tuinen stonden erbij en knikten vriendelijk. Maar achter de heggen, waar niemand keek, zaten ze aan lange tafels vol schermen en mappen. Meta hield lijsten bij met de namen van alle mensen, de verjaardagen van hun kinderen, en foto’s van gezinnen die samen aan tafel zaten. Google noteerde de plekken waar iedereen heen ging, welke fruitsoorten ze het liefste aten, welke geheimen ze fluisterden tegen hun geliefden. TikTok verzamelde zelfs de dansjes van kinderen, hun blikken in de spiegel, en de grappen die ze maakten als ze dachten dat niemand keek.

Ze wilden alles. Alles.

  • De foto’s van je kinderen in bad.
  • De liefdesbrieven die nooit verstuurd werden.
  • De adresboeken van telefoons.
  • De foto’s van pas gekochte kleren, intieme momenten op hotelbedden, bankgegevens en huwelijksaanzoeken.

Alles verdween in de zakken van de beheerders.

Waarom? Omdat ze het konden verkopen. De beheerders verkochten de gegevens door aan smoothie-makers die nieuwe apparaten wilden slijten aan gezinnen, aan kledingverkopers die precies wisten wie graag blauw droeg, aan banken en verzekeraars die wisten wie onzeker was over hun toekomst, en zelfs aan mensen met schimmige bedoelingen. Iedereen wilde het hebben, en de mensen hadden het zélf toegestaan. Toen ze de tuinen betraden, hadden ze op het bordje aan de poort geknikt: “Ja, ik ga akkoord.”

Maar op een dag begonnen de mensen het te merken. Op hun telefoons zagen ze advertenties opduiken die verdacht veel leken op hun eigen leven: foto’s in advertenties die sprekend leken op de kiekjes die ze zelf gemaakt hadden, teksten die klonken als hun eigen woorden, spullen die ze alleen in gedachten hadden overwogen. Het voelde alsof iemand hen voortdurend op de voet volgde, alsof elke stap en elke gedachte werd meegekeken en verhandeld. De aardbeien smaakten vanaf dat moment een stuk zuurder, de bananen muf en de sinaasappels droog en bitter.

Toen kwam een vrouw naar het dorpsplein en riep:

“Ze verkopen ons, we worden gebruikt! Ze hebben onze kinderen als waar aangeboden aan wie er maar voor wil betalen! Ze hebben ons vertrouwen misbruikt! Onze adressen, ons geld, onze liefde zelfs. We zijn hun product! Ze gebruiken algoritmes, we worden gestuurd door de beheerders! We moeten meer wegblijven uit de tuinen, zoveel het kan!”

En die dag werden de mensen het zat. Ze gooiden hun manden met fruit op de grond en liepen naar de poorten. “We willen gewoon betalen,” riepen ze. “We willen onze privacy en waardigheid terug. We willen zélf beslissen wie ons ziet en wie niet.”

En zo werden de tuinen leeg. De glimlach van Meta, Google en TikTok bevroor en viel langzaam van hun gezicht. Ze hadden alles al wel verzameld maar hun gegevens raakten snel gedateerd.

De mensen hadden eindelijk begrepen: het fruit was nooit gratis geweest.

En zij waren nooit de klant geweest. Ze waren altijd het product geweest.

En deze keer weigerden ze nog langer verkocht te worden.

“Geef je identiteit niet aan een vreemde. Het behoort hem niet toe. Wantrouw wat gratis is, want er is een prijs. En je wilt die niet met jezelf betalen.”

Zorg dat je privacy beschermd is: Lees meer over de Big Tech AI traint met jouw data.